De afzetting van Dilma Rousseff
Waarom de Brazilianen voor corruptie blijven stemmen
Het gaat lekker in Brazilië...
met de voorbereiding van een ‘veilig' en 'schoon’ WK voetbal in juni 2014.
De terreur van de Braziliaanse ‘pacificatiepolitie’
Nog altijd rollen de doodskoppen door Rio
Met fotos van Kadir van Lohuizen
De opstand van de vele bordjes
Kan deze beweging Brazilië echt veranderen?
Marjon van Royen: 'Het is een naar gevoel om niet meer gewild te zijn'
Marjon van Royen blijft trouw aan Rio
In Dit is de Dag vertelt ze over haar allermooiste radioreportage
Interview met Marjon van Royen in de Vara-gids
Dertien jaar erop voorbereid geweest. En dan gebeurt het echt, en toch eigenlijk niet.
Op het strand van Copacabana vierden twee miljoen mensen het nieuwe jaar met de traditionele vuurwerkshow. In het wit, de kleur van de Afrikaanse zeegodin Iemanjá. En met een paar miljoen bloemen om de godin de trits van gezondheid, geluk en geld af te smeken. Intussen ging ik de andere kant op. Daar waar de overige 9 miljoen inwoners van de stad het nieuwe jaar vierden. Hier geen wit, geen bloemen, wel heel veel vrolijkheid.
‘Hé tante, goed nieuwjaar hè.’ De jongen is 16, misschien 17 jaar oud. Verlegen stapt hij op me af. Zijn huid heeft een prachtige matbruine kleur. In zijn omhelzing ruik ik zeep en cacaoboter. Maar tussen ons in zit de koude loop van het geweer dat hij op zijn buik heeft hangen.
‘Drugssoldaat’, heet het beroep dat hij uitoefent. In dienst van één van de drugsbendes die de sloppenwijken van Rio beheersen. Hij is de baas van het drugsverkooppunt dat naast het barretje ligt waar we ons oudejaarsbiertje drinken.
Vrolijke jongens
Ik ben op oudejaarsronde met Nanko van Buuren, de Nederlandse directeur van de Braziliaanse hulporganisatie IBISS. Eén van zijn activiteiten is het onttrekken van drugssoldaten als deze uit de bendes. Om hem heen een zevental jongens. Ze klinken Nanko toe, en bespreken met stralende ogen hun laatste paintball-gevecht. Vrolijke jongens. Vol humor en grappen. Behulpzaam leiden ze een oude vrouw over de barrière die de drugssoldaten op straat hebben opgeworpen, om te zorgen dat de politie de wijk niet inkan.
Ex-soldaten zijn het. Jongens die Van Buuren er al uit heeft gehaald. ‘Dus eigenlijk is het daar net als bij ons’, grijnst een van de jongens. Ik moest hem uitleggen hoe zit het met het Nederlandse drugsbeleid: Drank in de kroeg; en weed in de koffieshop. ‘Ja net als in Nederland’, geef ik toe. ‘Min die geweren dan.’
Veiligheidspal
Voor de mensen in de sloppenwijk is het beeld van die bewapende soldaatjes daar op de hoek volstrekt normaal. Kinderen, vrouwen, oude vandagen. Iedereen loopt achteloos voorbij, zoals wij in Nederland de wijkagent passeren. Soms is het dan ook verhelderend als er bezoek van buiten is. ‘Hebben ze de veiligheidspal wel op die geweren?’ vraagt mijn Nederlandse vriend aan Nanko van Buuren.
‘Nee’, zegt hij kwaad. ‘Die eikels denken dat die ene seconde om de pal eraf te halen hen teveel tijd kost als de politie invalt.’
We kijken naar de matbruine jongen. Hoe hij en zijn vrienden achteloos zwaaien met hun grote geweren. ‘Er hoeft er maar eentje te vallen’, zegt Nanko.
Ik zie hoe één van de jongens zijn linkerhand mist. Aan de band van zijn bermuda hangen twee handgranaten.
‘Zeker ook zonder veiligheidspal’, zegt mijn vriend.
‘Waar dacht je dan dat zijn hand was gebleven?’ zegt Nanko.
Gelukkige moeder
We gaan weer verder. Naar de volgende sloppenwijk, naar andere jongens die Nanko eruit heeft gehaald. Een tafel vol eten. Een gelukkige moeder. Haar zoon speelt muziek nu, in plaats van met geweren. Nog meer jongens. Bij een barretje aan een onverharde zandweg en een open riool. Ze kloppen Nanko op de schouders, omhelzen hem voor het nieuwe jaar. Zijn project voor ex-soldaten loopt zo goed dat hij soms niet meer waar hij ze moet laten.
Schop
We zien de koplampen van een auto die de zandweg opscheurt. Met een zwier parkeert hij voor het barretje. Gewapende jongens springen eruit. Als laatste komt een donkere jongen van ongeveer 19 jaar uit de auto. Deze is niet gewapend. Op zijn slippers ziet hij er eigenlijk doodgewoon uit. Maar de ex-soldaten kijken strak naar de grond als hij aan zijn rondje omhelzen begint.
De jongen gebaart naar de oude Maria, de bazin van het barretje. ‘Bier’, commandeert hij, terwijl hij een arm om de schouders van Nanko slaat. Samen lopen ze weg.
Ik zie hoe verderop hun hoofden naar elkaar toebuigen. Het oudere grijze, en het jonge zwarte. Ik zie hoe Nanko gesticuleert, en dan de jongen een schop tegen zijn achterste geeft. Snel slippert hij terug naar de auto. Met de geweerlopen naar boven uit de ramen racen ze weg.
‘Wie was die jongen?’
‘De grote baas van de wijk’, zegt Nanko met een geheimzinnig lachje.
Nieuwjaarscadeautje
Alweer een volgende plek. Een plein, een feest, enorme geluidsboxen. De meisjes op hun paasbest in korte bermuda’s. De jongens fris gewassen en met kapsels vol gel. Met rollende heupen dansen ze op de dreunende sloppenwijkmuziek van Rio de Janeiro.
Bijna twaalf uur nu. Bierflessen in de aanslag. En daar begint het grote omhelzen. Iedereen zoent iedereen. Twee kussen op beide wangen en een klop op de rug, terwijl er een ongekend geknal losbreekt.
Dit is meer dan vuurwerk. Ik zie een groep drugssoldaten. Ze zetten de feestvreugde kracht bij door hun Kalashnikovs in de lucht af te schieten.
Ik zoek Nanko. Waar is hij gebleven? Zijn hoofd duikt op tussen de zoenende mensen. Grijs tegen zwart. Zie ik het goed? Omhelst hij de drugsbaas?
Even later staat Nanko voor me. Zijn ogen schitteren.
‘Nieuwjaarcadeautje’, fluistert hij in mijn oor. ‘De baas stapt eruit.’
Vandaag belt Nanko:
‘Alles goed?’
‘Wel en niet.’
‘Begin dan maar met het goede.’
‘De baas heeft zijn laatste drugsgeld uitgegegeven voor een feest in de wijk. Iedereen zit de hele dag al varken te eten, en limonade en bier te drinken. Zijn afscheid van de wapens is definitief.’
‘En dat andere?’
Een korte stilte aan de andere kant van de lijn. ‘Weet je nog dat joch dat je omhelsde? Dat soldaatje in de eerste favela?’
En of ik me hem herinner. Zijn matte huid. De geur van cacaoboter.
‘Hij is dood.’
‘De politie?’
‘Nee. Granaat per ongeluk afgegaan. In de auto. Opgeblazen. Alledrie. Dat joch zonder hand was er ook bij. De taxichauffeur die de lijken moest vervoeren viel flauw.’
‘Het Mexico dat Marjon en Sandra bij elkaar beleefd hebben staat in geen enkele reisgids' De Morgen
ISBN: 9789041707284
Oorspronkelijke Nederlandse uitgave:
Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam
Uitgave als Rainbow Pocket: februari 2009
Rainbow Pocketboek nr: 508
Prijs: € 7.95
Uitgeverij Fosfor heeft Nacht van de schreeuw opnieuw uitgegeven (Juni 2015). Nu ook als E-book (ePub zonder DRM / 178.000 woorden; leestijd ca. 15 uur / eerste druk 2005). Ook verkrijgbaar via bol.com.
Omslagillustratie: Wim Hardeman