De afzetting van Dilma Rousseff
Waarom de Brazilianen voor corruptie blijven stemmen
Het gaat lekker in Brazilië...
met de voorbereiding van een ‘veilig' en 'schoon’ WK voetbal in juni 2014.
De terreur van de Braziliaanse ‘pacificatiepolitie’
Nog altijd rollen de doodskoppen door Rio
Met fotos van Kadir van Lohuizen
De opstand van de vele bordjes
Kan deze beweging Brazilië echt veranderen?
Marjon van Royen: 'Het is een naar gevoel om niet meer gewild te zijn'
Marjon van Royen blijft trouw aan Rio
In Dit is de Dag vertelt ze over haar allermooiste radioreportage
Interview met Marjon van Royen in de Vara-gids
Dertien jaar erop voorbereid geweest. En dan gebeurt het echt, en toch eigenlijk niet.
NOS Journaal: Ex-strijdsters FARC aan het woord
Op een geheim adres in Bogota sprak ik met vijf vrouwen die onlangs uit de guerrilla deserteerden. Hier hun verhalen.
LauraIk liep weg, maar ze kregen me weer te pakken. De straf voor deserteren is executie bij de FARC. Je komt voor een krijgsraad. En die beslist. Ik had geluk. Mijn straf was dertig dagen loopgraven spitten, latrines bouwen en zelfkritiek. Elke dag een bladzijde zelfkritiek.
Het leukste van de guerrilla vond ik het vechten. Mijn droom was commandant worden. Jammer genoeg wordt er in de FARC niet zo vaak gevochten. Eigenlijk is het leven daar vreselijk saai. Elke dag hetzelfde. Om half vijf opstaan, wassen, eten klaarmaken, marcheren, loopgraven bouwen.
Het ergste vind ik de executies, het onterechte moorden. Daar staat dan iemand als een beest vastgebonden aan een paal, terwijl de krijgsraad beslist..... Ja, ik heb ook iemand moeten executeren. Ze dwingen je. Het was een vriend van me.
Maria
"Tien jaar heb ik bij de FARC gezeten. Ik ben onsnapt omdat ze mijn kind hebben afgenomen. 'Oom', de dokter van de FARC, heeft het weggehaald toen ik twee maanden zwanger was. Het is totaal verboden kinderen te hebben bij de FARC.
Maar de vrouwen van de commandanten mogen wel kinderen krijgen. Waarom? Ze praten over gelijkheid, maar die is er niet. Bovenaan staan de commandanten met hun privileges. En onderaan staan wij, de gewone strijders. Wij sjouwen met onze zware bepakking, terwijl de chefs komen langsrijden in hun four wheel-drives.
Zij hebben hun restaurants, hun after-shaves, en hun eigen bedienden. Wij -de soldaditos- zijn stront. Wij eten hondenvoer. Terwijl zij in hun huizen slapen, op hun luxe bedden.
Ik heb Tanja een keer gezien. Een half uurtje. In het huis van een van de chefs. Zij is belangrijk omdat ze buitenlandse is. Ze is blank en ze heeft gestudeerd. Daarom gaat ze met de chefs om."
Lucia
"Ze zeiden dat ze mijn kind zouden plaatsen bij een boerenfamilie. Toen besloten mijn vriend en ik te deserteren. Het was wel gevaarlijk omdat we in een gebied zaten waar veel guerrilla was. Uiteindelijk kwamen we het leger tegen. We gaven ons over, en leverden al onze wapens in.
En toen bleek het niet het leger te zijn, maar de rechtse paramilitairen. Mijn vriend is gelijk doodgemaakt. Mij dwongen ze een kolonne van twaalf guerrilleros te verraden. Ook die hebben ze allemaal doodgeschoten. Alleen mij en twee anderen vrouwen lieten ze in leven.
En toen moesten we opnieuw vechten. Nu voor de paramilitairen. Pas na twee jaar lukte het me weer te ontsnappen. Bij de paramilitairen weet je dat ze je doodschieten als je geen informatie meer geeft. Nu leef ik hier, verborgen, met de angst dat ze mij en mijn kind vinden."
Anna
"Van een kennis van mijn vader kreeg ik een boek over Che Guevara. Bij ons in de stad heb je geen guerrilla. Dus besloot ik ze te gaan zoeken. Na drie dagen in de bergen vond ik de FARC. De commandant zei dat ik te jong was -ik was toen twaalf. Maar ik zei: ik blijf voor de revolutie.
Eerst lieten ze me kleine klusjes opknappen. Daarna kreeg ik mijn training. Eigenlijk heb ik nooit gevochten. Ik was de vrouw van een commandant. Ik mocht in Ecuador studeren, en ik werkte voor de radio van de FARC.
Op een dag gaf hij me alleen koekjes voor ontbijt. Ik werd ik zo kwaad dat ik stiekem meeging met de voorhoede. Maar we liepen in een hinderlaag. Het leger gooide granaten. Iedereen dood, behalve ik. Ik bloedde uit mijn oren, mijn neus. Mijn vriend was achter me aangekomen, en haalde me daar weg.
Later betrapte ik hem met een ander in bed. Toen beslooot ik weg te gaan. Ik geloof nog steeds in de gewapende strijd, maar niet meer in de FARC. Waarom moeten gewone burgers slachtoffer worden? Waarom ontvoeren ze onschuldige mensen, en zitten ze in de drugshandel?"
Alejandra
"Ik werd veel geslagen thuis. Door mijn vader, mijn broers; een andere broer misbruikte me ook. Toen ik 15 was gaf mijn moeder me cadeau aan een oom. Je weet wel, om..... Toen besloot ik te vluchten naar de FARC.
Maar in de FARC bleek het hetzelfde toe te gaan. Commandanten die met je doen wat ze willen. Je moet met ze naar bed, anders straffen ze je. Toen ik vluchtte, ontvoerde de FARC mijn hele familie. Mijn vader, mijn moeder, drie broers en een zus.
Ik weet niet waar ze zijn. Ik weet niet of ze leven of dood zijn. Ik hoop ze op een dag weer te zien. Levend of dood. Zodat ik hun lichamen kan begraven. Zodat ik een plek heb waar ik hen kan bezoeken."
‘Het Mexico dat Marjon en Sandra bij elkaar beleefd hebben staat in geen enkele reisgids' De Morgen
ISBN: 9789041707284
Oorspronkelijke Nederlandse uitgave:
Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam
Uitgave als Rainbow Pocket: februari 2009
Rainbow Pocketboek nr: 508
Prijs: € 7.95
Uitgeverij Fosfor heeft Nacht van de schreeuw opnieuw uitgegeven (Juni 2015). Nu ook als E-book (ePub zonder DRM / 178.000 woorden; leestijd ca. 15 uur / eerste druk 2005). Ook verkrijgbaar via bol.com.
Omslagillustratie: Wim Hardeman