Daar zat ze, op het grote plein van Mexico-stad. Achter haar, keurig opgerold, de matras waar ze die nacht op had geslapen. Voor haar, een bord met bonen. Met kleine hapjes voerde ze haar kleindochter op schoot. Rustig keek Rosália me aan: ‘We blijven hier tot ze onze president erkennen’, zei ze.
Al twee maanden bivakkeerde Rosália (42) in het tentenkamp. Een gigantisch kampement dat de aanhangers van de linkse presidentskandidaat López Obrador in het centrum van de hoofdstad hadden opgezet. De drukste verkeersader van de stad. Het centrale Zocalo-plein. De hele binnenstad was bezet. Omdat de mensen zich verraden voelden. Omdat ze niet geloofden dat de rechtse kandidaat Calderón op 2 juli werkelijk tot president was gekozen.
Ze zijn ervan overtuigd dat er - zoals altijd in Mexico - fraude is gepleegd. ‘Maar dit keer lopen ze niet meer over ons heen’, zei Rosália, met die vreemde indiaanse rust van haar. ‘Ik ben bereid heel ver te gaan.’ Ze zweeg even: ‘Ik ben bereid mijn eigen leven ervoor te geven’, zei ze toen. Ze zei het verlegen, maar ze keek me recht aan, en ik zag dat ze het meende.
Mexico was in opstand. En vooral de vrouwen. Overal waar ik liep en praatte. Steeds weer die vrouwen die zeiden: ‘Basta’. Was dit hetzelfde Mexico dat ik kende? Die zwijgzame, bijna serviele mensen met hun eeuwig buigende ‘para servirla’ - ‘om u te dienen’.
Een dag later was het plein ontruimd, en rolden de tanks van de militaire parade over de stenen. Rosália was teruggegaan naar haar huisje in de sloppenwijken. De rechtse president nestelt zich straks in zijn presidentiële zetel, en zo lijkt alles weer bij het oude. Erger nog: voor het eerst in 100 jaar is er dan weer een ultra-conservatieve rabiate pro-Paus-adept aan het bewind. Als het om vrouwenrechten gaat kunnen we het met Calderón wel vergeten.
En toch. Toch is er de afgelopen maanden iets gebeurd. Als de trage uitbarsting van een vulkaan waarvan iedereen dacht dat hij sliep.
Nog geen dag nadat de tenten waren opgeruimd, stonden Rosália en al de anderen weer op het plein. ‘Je bent niet alleen’, moedigden ze die grijze man aan die daar op het podium stond, en riepen Lopez Obrador uit tot ‘president van het volk’.
Een paar dagen later zocht ik Rosália op in haar huis. Ruwe bakstenen met happen cement op elkaar gekwakt. Geen stromend water. Geen groen, of afvoer. Haar huisje stond aan een onverhard pad tegen een berg vol met dezelfde huisjes aangeplakt. Was flapperde tegen de rode avondlucht. Rosália zette koffie, terwijl achter haar raampje de zon langzaam onderging. Krekels tjirpten. Er kwam een buurvrouw langs. En toen nog meer vrouwen. Binnen de kortste keren stond het huisje bol van gekwetter, gelach, opgewonden gepraat. ‘Je weet dat we die Calderón nooit als onze president zullen accepteren hè’, zei een van de vrouwen. ‘We zijn niet meer bang’, zei een ander. Ze lachte: ‘Het heeft misschien lang geduurd, maar we laten ons geen voet meer in de nek zetten.’
‘Maar die Calderón wordt zo meteen wel president’, wierp ik tegen. ‘En de hele wereld zal hem erkennen…’
Rosália glimlachte. Toen legde ze een hand op mijn schouder: ‘Dan zijn er straks twee Mexico's’, zei ze. ‘Er zijn er altijd al twee geweest. Maar met het grote verschil dat vanaf nu dat ene Mexico tenminste van ons is.’
‘Het Mexico dat Marjon en Sandra bij elkaar beleefd hebben staat in geen enkele reisgids' De Morgen
ISBN: 9789041707284 Oorspronkelijke Nederlandse uitgave: Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam
Uitgave als Rainbow Pocket: februari 2009 Rainbow Pocketboek nr: 508 Prijs: € 7.95
Uitgeverij Fosfor heeft Nacht van de schreeuw opnieuw uitgegeven (Juni 2015). Nu ook als E-book (ePub zonder DRM / 178.000 woorden; leestijd ca. 15 uur / eerste druk 2005). Ook verkrijgbaar via bol.com.