De afzetting van Dilma Rousseff
Waarom de Brazilianen voor corruptie blijven stemmen
Het gaat lekker in Brazilië...
met de voorbereiding van een ‘veilig' en 'schoon’ WK voetbal in juni 2014.
De terreur van de Braziliaanse ‘pacificatiepolitie’
Nog altijd rollen de doodskoppen door Rio
Met fotos van Kadir van Lohuizen
De opstand van de vele bordjes
Kan deze beweging Brazilië echt veranderen?
Marjon van Royen: 'Het is een naar gevoel om niet meer gewild te zijn'
Marjon van Royen blijft trouw aan Rio
In Dit is de Dag vertelt ze over haar allermooiste radioreportage
Interview met Marjon van Royen in de Vara-gids
Dertien jaar erop voorbereid geweest. En dan gebeurt het echt, en toch eigenlijk niet.
Zaterdagochtend om half vier aardbeving Chili. Nog geen drie uur later geeft Hilversum het groene licht: ‘Marjon, je gaat.’ Ik stop mijn computer en wat apparatuur in een rugzak. Aan de overkant van de straat doet cameraman José hetzelfde. En daar gaan we.
In het vliegtuig naar Argentinië (luchthavens Chili zijn dicht) komen we de collega van de Duitse zusterzender ZDF tegen. ‘Hé Karsten, zullen we straks met zijn viertjes een auto huren? ’ Niet begrijpend staart hij me aan: ‘Auto huren?’ Dan begint hij te lachen. ‘Mensch, wij hebben een helikopter gehuurd. Bovendien zijn wij met zijn achten. ’
Miniatuur generator
Wanneer José en ik veertien uur later in de Argentijnse stad Mendoza onze sporttasjes van de bagageband vissen, zien we wat Karsten bedoelt: Producers van ZDF laden de ene na de andere kist van de band af. IJzeren kisten vol batterijen, satelliet telefoons, en mobiele internetapparatuur. Ze hebben zelfs een miniatuur generator om stroom op te wekken, vertelt Karsten.
Taxichauffeur
‘Auf wiedersehen, dan maar’ .
Terwijl Karsten en de zijnen nog torens van kisten op hun bagagekarren bouwen, zijn José en ik al op zoek naar een auto.
Met onze lichte bepakking duurt het niet lang voor we een taxi-chauffeur vinden die zo gek is om ons naar Chili te brengen.
Hij heet Vicente: ‘Zoals Vincente Van Gogh, maar dan met twee oren’, lacht hij gemoedelijk.
Vicente is Chileen. Gevangen en gemarteld tijdens de dictatuur van Pinochet. Later over de Andes naar Argentinië gevlucht, en met een lokale schone getrouwd.
‘Ik kan niet wachten om te zien wat die schok met mijn land heeft gedaan’, zegt Vicente.
En zo worden we met zijn drietjes een ploeg.
Grens
Behendig stuurt Vicente zijn rammelbak over de Argentijnse vlakte. Bij een benzinestation pin ik zoveel geld als ik kan, en tanken we de auto helemaal vol. Twee extra jerrycans voor straks in Chili, en een heleboel water en eten.
Na zeven uur rijden kruipen we eindelijk de Andes op. Slingerende wegen. Soms bezaaid met rotsblokken die door de aardbeving zijn losgeslagen. We moeten opschieten, want de grenspost gaat om 6 uur ’s avonds dicht, weet Vicente.
Gelukt! Klokslag 6 uur. Een paar kleumende douaniers tussen de lama’s. Ze nemen ons voedsel af, want de invoer ervan is verboden.
Maar Vicente is uitgelaten. ‘Ruik je het verschil? De Chileense lucht?’, roept hij hangend uit zijn opengedraaide raampje. Hij slaat rechtsaf een onverhard pad op. Hobbelen door het uitgestorven maanlandschap van de Andes. Ik ruik nog geen Chili, maar wel een regenbui. ‘Vicente, weet je zeker dat we goed zitten?’ Behalve de roofvogels niemand om het aan te vragen.
Spookstad
Om 12 uur ’s nachts rijden we dan eindelijk de eerste Chileense stad binnen. Talca is een spookstad geworden. In het licht van de maan zijn de omtrekken van ruines te zien. Struikelen over omgevallen telefoonpalen, electriciteitsdraden. Hier en daar een vuurtje. Mensen voor hun ingestorte huizen. We filmen. Ik maak nog wat radio.
Maar heeft het zin? Hoe spelen we dit door naar Hilversum, zonder stroom?
Gelukkig doet mijn Braziliaanse mobieltje het nog. De mobiele van José is leeg, en die van Vicente krijgt geen signaal. Snel de radio bellen voor kruisgesprek in de ochtend. Dan slapen. Op de vloer, in een voormalig hotel. Het schijnsel van de maan, geen eten. Na een paar uurtjes weer op, om te filmen hoe de stad zich bij het aanbreken van de dag aan ons onthult.
Radiostation
Verwoesting. Dolende mensen. Hele families slapend op straat. Toch lijkt de ramp niet zo erg als Haïti. Of word ik blasé? Geen tijd om te denken. We moeten monteren. Stroom moeten we hebben. Is er ergens een plek met een generator misschien?
‘Probeer het radiostation’, zegt de oude man op de stoep tussen de spulletjes die hij uit zijn huis heeft gered. ‘Zij zonden gisteren de hele dag uit.’
Naschok
Het is of je gedronken hebt zonder te drinken. Gillend rent iedereen bij de naschok uit het radiostation naar buiten. Voor José en mij eindelijk de tijd om eens te hóren wat we nu eigenlijk monteren.
Eén vierkante meter, op de vloer, tussen de WC en de directiekamer hadden we van de eigenaar van het radiostation toegewezen gekregen. Om ons heen chaos. Roepende mensen. Autoriteiten die hun mobieltjes bij het enige stroompunt in de stad komen opladen. Wanhopige mensen die de deuren van station proberen te forceren.
Maar de naschok geeft even lucht. Snel het verhaal af-monteren. Want met deze schok heeft ook de generator het begeven. ‘Hier een adres waar ze internet hebben’, steekt de directeur van de radio ons een briefje toe.
Eureka
‘Vicente, Vicente, jouw rijkunst betekent straks het verschil tussen wel of geen reportage uit Chili.’ In Nederland is het nu kwart over zeven ’s avonds. Nog drie kwartier tot het Journaal. Hopeloos verloren rijden we door de verwoeste straten. Daar, daar is het: een internetcafé!
Helaas. Gesloten. ‘Als ik stroom had gehad, zouden jullie mijn internet zelfs gratis hebben mogen gebruiken’, zegt een behulpzame buurvrouw.
‘Stroom’, roept Vicente. ‘Eureka, dat is het! Stap in, stel konijnen. Ik ga jullie uitzending redden!’
Met piepende banden scheurt hij weg. Vicente vertelt hoe hij, op zoek naar benzine, gehoord heeft dat er in een klein deel van de stad nog stroom is. ‘En dús misschien internet.’
Kushand
De klok tikt. En mijn hart verzakt. In Nederland is het nu half acht, kwart voor acht…Dit gaan we niet redden!
‘Vicente, waarom stóp je? Waar ga je heen?’ Op zijn korte beentjes zien we hem de straat over rennen. Een minuut later is ie weer terug. ‘Snel, dit is de kaartverkoop van een busmaatschappij. Ze zijn al gesloten. Maar ze hebben stroom, én internet.’
Terwijl ik met de verblufte verkoopsters praat, is José al over de toonbank gesprongen, en heeft de internetkabel in de computer gestopt.
‘Shit Marjon, de ftp-site van de NOS gooit me eruit!’
‘Stuur dan naar Nova. Daar kunnen ze bij!’
Zonder te ademen, kijken zes paar ogen gespannen hoe de site onze bites binnenslurpt. Ping. ‘Overdracht gelukt’. Zeven voor acht. We zijn gered!
‘Dames, dit is het snelste internet dat ik ooit in Latijns Amerika heb gezien’, complimenteert José de kaartjesverkoopsters met een kushand.
(Hier het tv-verslag)
Verwoeste kustplaats
We gaan weer verder. Naar de totaal verwoeste kustplaats Constitución.
We filmen de doden in het sportcomplex. Het zoeken naar overlevenden. Die vrouw die haar dochtertje en vijf andere famlilieleden is kwijtgeraakt. Dit verhaal moet verteld worden. Maar hoe?
Brandweerfamilie
Opnieuw is Vicente onze redder. Dit keer vindt hij een kazerne van de vrijwillige brandweer. Een schattige brandweerfamilie onthaalt ons met: stroom, internet, water en appeltjes. Gastvrije liefde. Want ons geld is op.
Wie accepteert er nu in een aardbeving Argentijnse Pesos, of Braziliaanse Reals? Onze dollars zijn gespendeerd aan benzine. En Vicente heeft ook zijn laatste Chileense Pesos aan ons gegeven.
(Hier het tv-verslag)
Benzine en appels
‘Ga naar Concepción’, adviseert de bureauredacteur in Hilversum me over een stervende telefoonlijn. ‘Dat is een grote stad. Daar moeten ze alles hebben.’
De weg naar Concepción is op veel plekken verwoest. En bij de benzinestations staan kilometer lange rijen. Al hadden we geld. Het zou ons een dag kosten om te tanken. Dus zuigen we onze benzine uit een gekantelde vrachtwagen op. De boomgaard erachter biedt verse appels voor honger en dorst.
Staat van beleg
‘Uw vergunning alstublieft’. Met getrokken geweren houden de militairen ons die avond op de snelweg tegen. In Concepción heerst de staat van beleg. Vanwege plunderingen, mag niemand meer de stad in of uit. Maar wij hebben papieren. José heeft de militaire laissez passer van een collega vervalst. Een vergunning die hij op zijn naam van opperbevel in Santiago had gekregen. Nu staan ónze namen, en nummerbord van Vincente erop. Zo rijden we die nacht, na 7 militaire blokkades, opnieuw een donkere spookstad binnen.
Rugzakcorrespondenten
We willen filmen, maar zien geen hand voor ogen. ‘Daar’, roept Vicente. ‘Een lichtje.’ In het donker doemt een Hans en Grietje-achtig huis met een puntdak op. We zien schemerlampen en wijn-drinkende mensen achter de ramen. Totaal krankzinnig in deze verwoesting.
‘Marjon?’, vraagt een donkerharige man als we de volle zitkamer binnenstappen. ‘Hoe kom jij hier?’ Hoofschuddend komt hij overeind uit zijn leunstoel. Nu pas herken ik hem. Het is Jeffrey, de correspondent van het Amerikaanse tv-network ABC. Drie weken geleden heeft hij nog bij mij bier gedronken.
Wat doet híj hier, wil ik weten. En waar haalt hij de electriciteit vandaan?
‘We hebben dit gehuurd voor onze crew‘, wuift hij. ‘Generator ingevlogen. Maar waar is jóúw crew?’
Trots wijs ik op José en Vicente.
‘Nee!’ Lachend staart hij me aan. Dan begint hij in zijn handen te klappen: ‘Mensen, mensen, even stilte! Kun je de rest van onze mensen ook uit de kamers halen? Want ik wil dat jullie dit allemaal zien: Deze drie. Zien jullie ze? Hier staat de hele ploeg van de Nederlandse televisie.’ Bulderend van de lach schenkt hij iedereen bij. ‘Rugzakcorrespondenten’, roept Jeffrey. ‘Echte rugzakcorrespondenten! Dat geloof je toch niet?’
Dure apparatuur
Als wij om half vijf ’s ochtends met onze appel-buiken uit bed kruipen, liggen Jeffrey en zijn 20 man sterke ploeg nog te slapen. We willen de plunderingen en de gewapende volksmilities in verwoeste havenstad bij Concepción filmen.
‘Geen sprake van dat ik mij met onze dure apparatuur daarin waag’, had Jeffrey gezegd.
Tegen de tijd dat de zon schijnt, hebben we alles gefilmd, en zijn we vriendjes met plunderaars. In het vluchtelingenkamp op de heuvel wisselen we telefoonnummers met de daklozen uit. En de burgermilities hebben ons koffie gegeven en hun wapens getoond. (Hier het tv-verslag)
Zover ik heb kunnen nagaan heeft nog geen van de grote netwerken in de haven gefilmd. So far voor de rugzak-journalisitiek.
‘Het Mexico dat Marjon en Sandra bij elkaar beleefd hebben staat in geen enkele reisgids' De Morgen
ISBN: 9789041707284
Oorspronkelijke Nederlandse uitgave:
Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam
Uitgave als Rainbow Pocket: februari 2009
Rainbow Pocketboek nr: 508
Prijs: € 7.95
Uitgeverij Fosfor heeft Nacht van de schreeuw opnieuw uitgegeven (Juni 2015). Nu ook als E-book (ePub zonder DRM / 178.000 woorden; leestijd ca. 15 uur / eerste druk 2005). Ook verkrijgbaar via bol.com.
Omslagillustratie: Wim Hardeman